Technieken.
Mijn mening over mijn werkstuk is dat ik basketbal een heel leuk en sportieve sport vind. Want het gaat immers om dat je door samenwerking een leuk sport speelt. En dat is iets dat mij boeit.
Pivoteren: Pivoteren is dat je met een voet op dezelfde plek op de grond blijft staan en met je andere voet mag je daarom heen draaien.
Sprongbal: In het midden van het veld is een middencirkel. Als je met het spel begint ga je daar een sprongbal maken. Je staat met 2 mensen, 1 van elk team in de cirkel en de rest van het team staat buiten de cirkel. Daar tussen staat een scheidsrechter en die gooit de bal recht omhoog en dan moet je alle twee omhoog springen om de bal weg te tikken naar je medespelers.een medespeler is iemand met wie je in dezelfde team speelt.
Dribbelen: De bal laten stuiteren op de grond. Je doet dat vanuit je pols. Als je dribbelt kijk je niet naar de bal, maar naar je teamgenoten en je tegenstanders in de gaten houden. Je kunt een hoge dribbel maken, dit is met grote passen rennen en ongeveer tot je middel dribbelen. En je kunt ook een lage dribbel maken, dit is met kleine passen en vanaf kniehoogte dribbelen. Als je stopt met dribbelen mag je niet verder dribbelen!
Vrije worp: een vrije worp is dat iemand gaat scoren vanaf een bepaalde lijn. Je mag meestal 2 keer schieten (afhankelijk van de overtreding die tegen je is gemaakt). Als je voor de 2e keer schiet mogen de basketballers de bal aanraken als hij tegen het bord is gekomen.
Dat was het dan. Ik zelf heb er veel van geleerd. En ik hoop u ook.
Maak jouw eigen website met JouwWeb